Conform internationale, Europese en Nederlandse wet- en regelgeving hebben slachtoffers van mensenhandel recht op opvang en hulpverlening. CoMensha coördineert de opvang van en hulpverlening aan slachtoffers van mensenhandel in Nederland. Slachtoffers van mensenhandel worden voornamelijk geplaatst in de Categorale Opvang voor Slachtoffers van Mensenhandel (COSM), de NLA-Opvang, Opvang voor Slachtoffers van Mensenhandel met Multiproblematiek (OMM) en in de Vrouwen- en Maatschappelijke opvang (VO/MO). CoMensha heeft exclusieve plaatsingsbevoegdheid voor de COSM-, NLA- en OMM-opvang.

COSM

Sinds 2010 bestaat de COSM. Deze opvang is specifiek bedoeld voor slachtoffers van mensenhandel en biedt opvang aan zowel mannelijke als vrouwelijke slachtoffers van mensenhandel die in de bedenktijd van de B8.3-procedure zitten (Tijdelijke verblijfsvergunning voor slachtoffers van mensenhandel). Dit is geregeld op grond van artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000. De bedenktijd houdt in dat het vermoedelijke slachtoffer gedurende deze periode het land niet hoeft te verlaten, zodat het slachtoffer tot rust kan komen en kan beslissen over medewerking aan strafrechtelijk onderzoek en/of aangifte. De bedenktijd en opvang duren in principe 3 maanden.

NLA-Opvang voor slachtoffers vanarbeidsuitbuiting(ook slachtoffers pilot ernstige benadeling).

De NLA-Opvang is in 2012 opgezet vanuit de behoefte om een groep slachtoffers te kunnen opvangen, namelijk slachtoffers van arbeidsuitbuiting die door de NLA zijn aangetroffen. Het gaat bijvoorbeeld om een groep mannen, een gezin of een stel. De opvang biedt plaats aan maximaal 20 slachtoffers, is in principe voor de duur van 2 weken en wordt uitgevoerd door HVO-Querido in Amsterdam en Perspektief in Den Haag. Sinds april 2022 kunnen hier ook slachtoffers van ernstige benadeling terecht in het kader van de pilot ernstige benadeling.

OMM

Sinds juli 2019 bestaat de OMM. Deze opvang is opgezet naar aanleiding van gebrek aan passende opvang en begeleiding voor slachtoffers van mensenhandel in combinatie met een LVB, verslavings- en/of psychiatrische problematiek of andere problemen. Plaatsing in de opvang voor deze doelgroep was vaak lastig, waardoor cliënten afhaakten, niet geplaatst werden en soms uit beeld verdwenen. Naar aanleiding van de toenemende complexiteit die onze Helpdesk ervoer bij het kunnen plaatsen van deze slachtoffers, heeft CoMensha hier samen met de Tilburg University onderzoek naar gedaan. Eén van de aanbevelingen was om voor deze moeilijk plaatsbare groep aparte opvang in het leven te roepen. Deze aanbeveling is opgevolgd en er zijn specifiek voor deze doelgroep 36 opvangplaatsen gecreëerd. De OMM is toegankelijk voor Nederlandse en Europese slachtoffers van mensenhandel mét een positief beoordeelde weging. CoMensha voert de weging uit, de opvang wordt gerealiseerd door de Blijf Groep, Fier (het landelijke expertise- en behandelcentrum op het terrein van geweld in afhankelijkheidsrelaties), het Leger des Heils en HVO-Querido.

Noodbed en andere vormen van opvang

Wanneer een slachtoffer met een opvangverzoek niet in aanmerking komt voor één van bovenstaande vormen van opvang, wanneer de opvang volledig bezet is of wanneer een slachtoffer in de nacht wordt aangetroffen, wordt een slachtoffer (tijdelijk) geplaatst op een noodbed of in een andersoortige opvangvoorziening als beschermde opvang of opvang op een woon-zorgboerderij. Een noodbed biedt meestal opvang voor 24 tot 72 uur.

Opvang slachtoffers van Mensenhandel in 2022

In 2022 hebben we 142 opvangverzoeken ontvangen, tegenover 111 in 2021. Van deze 142 opvangverzoeken hebben 128 opvangverzoeken geleid tot plaatsing in de opvang: 17 keer betrof dit plaatsing in de NLA-opvang van slachtoffers van ernstige benadeling (in Figuur 6 terug te vinden onder ‘EB-opvang’), 67 keer was dit in een COSM, 28 keer in NLA-opvang, 12 keer in OMM, 1 keer op een noodbed, 2 keer bij MO/VO en 1 keer bij een overige opvanginstelling. Verder is 12 keer het verzoek om opvang weer ingetrokken en 2 opvangverzoeken waren aan het einde van het jaar nog in behandeling. Een opvangverzoek kan overigens meerdere plaatsingen in (verschillende vormen van) opvang behelzen. Een slachtoffer kan bijvoorbeeld van een noodbed, in een COSM of Vrouwenopvang geplaatst worden. De hier genoemde getallen betreffen de eerste plaatsing door CoMensha binnen een opvangverzoek. Het aantal bijbehorende plaatsingen is hoger.

Figuur 6: Totaal aantal opvangverzoeken in 2022

Zorgcoördinatie

Zorgcoördinatoren (ZoCo) zijn essentieel in de hulpverlening aan en begeleiding van slachtoffers van mensenhandel in de regio. ZoCo kunnen bijvoorbeeld gepositioneerd zijn bij maatschappelijke organisaties, bij Zorg- en Veiligheidshuizen, bij gemeenten en bij Veilig Thuis. Een zorgcoördinator mensenhandel heeft een divers takenpakket en de werkwijze kan verschillen per regio (deels afhankelijk van het aantal uren dat iemand tot beschikking heeft). De kerntaak van een zorgcoördinator is ervoor te zorgen dat slachtoffers van mensenhandel adequate (na)zorg, opvang en begeleiding ontvangen. Daarnaast verstrekt de zorgcoördinator informatie en advies aan professionals die te maken hebben met slachtoffers. De zorgcoördinator is vaak onderdeel van de meldroute en geeft voorlichtingen in het kader van bewustwording en de signalering van slachtoffers. Het is van groot belang dat zorgcoördinatie geborgd is in de regio zelf, omdat daar het zicht op het lokale zorg- en hulpaanbod het beste is. Daar kan stevig geïnvesteerd worden in het opbouwen en onderhouden van een goed netwerk. Een landelijk dekkend netwerk van ZoCo is de kortste weg naar de juiste opvang en zorg voor slachtoffers van mensenhandel in de regio.


In mijn positie als zorgcoördinator vorm ik een belangrijke schakel tussen praktijk en beleid, met het doel om beleid nauw te laten aansluiten op de realiteit van slachtoffers. Zo ben ik in de gelegenheid om structurele barrières in de aanpak van mensenhandel te signaleren, onder andere op het gebied van opvang. Onderzoek toont aan dat aspecten als verslaving, een LVB en geestelijke gezondheidsproblemen mensen kwetsbaar kunnen maken voor uitbuiting. Echter juist deze factoren vormen dikwijls een contra-indicatie voor opvanglocaties en is het in de praktijk zeer moeilijk om iemand met deze problematiek op korte termijn in veiligheid te brengen.’


Julia el Mecky, zorgcoördinator mensenhandel

CoMensha is voorzitter van het Zorgcoördinatorenoverleg

Dit overleg wordt gefaciliteerd en voorgezeten door CoMensha. In het Zorgcoördinatorenoverleg worden best practices uitgewisseld en knelpunten besproken die de ZoCo ervaren bij de uitoefening van hun werk. Het Zorgcoördinatorenoverleg is een belangrijke voedingsbron voor het SOM en de Landelijke Task Force Mensenhandel (TFM). In 2022 is onder meer ingezet op de oorlog in Oekraïne, vluchtelingen en signalen van mensenhandel. Daarnaast bleek dat er uitdagingen waren bij het vinden van eerste opvang voor slachtoffers van mensenhandel. Deze knelpunten zijn in 2022 geïnventariseerd en krijgen een vervolg in 2023. Verder is er bij de ZoCo behoefte aan meer structuur, duidelijke afspraken en meer uniformiteit in de werkwijze. Het opstellen van werkafspraken en totstandkoming van een ‘afwegingskader melden’ kunnen hierbij helpen. CoMensha nam hiertoe het initiatief. Daarnaast is ingezet op de problematiek rondom de AVG, met name de vraag hoe binnen de AVG - in het belang van het slachtoffer - informatie en gegevens gedeeld kunnen worden met relevante ketenpartners.

Verbinding zorgcoördinatie en NLA

In 2017 heeft CoMensha het initiatief genomen tot structureel overleg van de NLA met ZoCo. CoMensha faciliteert hierbij, zodat inspecteurs en ZoCo meer inzicht hebben in elkaars werk en dat ook beter op elkaar kunnen afstemmen. Het uiteindelijke doel is de belangen van slachtoffers beter te dienen en te beschermen.

Afbeelding 1. Kaart Nederland Zorgcoördinatie tot en met december 2022

Landelijk dekkend netwerk zorgcoördinatie

CoMensha zet zich al jaren in voor een landelijk dekkend netwerk van zorgcoördinatie voor de aanpak van mensenhandel. Dankzij extra financiering van het ministerie van VWS heeft dit netwerk in 2022 wederom een stevige impuls gekregen. Hoewel er sinds 2022 een volledig landelijk dekkend netwerk van zorgcoördinatie is, is er nog niet voldoende capaciteit voor zorgcoördinatie in alle regio's en is blijvende aandacht nodig.