Mensenhandel is een ernstig delict en heeft grote impact op slachtoffers. Daarom is een gedegen aanpak van mensenhandel een prioriteit. Niet alleen in de keten, maar ook vanuit de politiek. Zo maken we gezamenlijk een vuist tegen deze vorm van ondermijnende criminaliteit. Dit begint bij een vroegtijdige herkenning van signalen waarna er gerichte en juiste acties mogelijk zijn. Voor het bijeenbrengen en delen van kennis en informatie werken we samen met onder meer opsporingsdiensten, gemeenten, jeugdzorginstellingen, zorgverleners, ngo’s en de advocatuur. Zo staat CoMensha midden in het veld en krijgen we samen met de ketenpartners meer greep op mensenhandel.

‘’Als politie melden we, net als alle andere partners, ieder mogelijk slachtoffer bij CoMensha. We zien dat CoMensha steeds minder meldingen krijgt van uitbuiting, terwijl er geen aanleiding is om aan te nemen dat het daadwerkelijke aantal slachtoffers van mensenhandel daalt. We gaan komend jaar dan ook samen met CoMensha en een onafhankelijk bureau hard aan de slag om te onderzoeken wat hier mogelijke oorzaken van zijn. Want ieder slachtoffer van mensenhandel waar we geen zicht op hebben, is er één te veel!’’


Anja Leemans, Directeur Vreemdelingenzaken & Migratiecriminaliteit

CoMensha is blij met aandacht voor aanpak mensenhandel in coalitieakkoord

De aanpak van mensenhandel begint met de prioriteit die op landelijk en regionaal niveau aan deze problematiek wordt gegeven. CoMensha maakt zich sterk om het thema mensenhandel hoog op de politieke agenda te zetten. Wij zijn dan ook verheugd dat in het coalitieakkoord de aanpak van mensenhandel is aangemerkt als prioriteit. Maar daarmee zijn we er nog niet. Het is van groot belang dat er daadkrachtig kan worden opgetreden in de uitvoering. Voldoende menskracht en dus ook financiële middelen om mensenhandel aan te pakken zijn meer dan nodig.

CoMensha is ook blij met de voortzetting van het programma Samen tegen Mensenhandel en ook met de extra gelden die voor dit programma vanaf 2023 zijn vrijgemaakt tijdens de kabinetsperiode (2 miljoen euro per jaar). Om het probleem echt goed aan te pakken, moet er structureel meer geld vrijgemaakt worden. Mensenhandel is een groeiend probleem in onze samenleving en staat wereldwijd in de top drie van de meest voorkomende en winstgevende vormen van criminaliteit. Er wordt maar een fractie van het aantal slachtoffers gesignaleerd. Dit heeft onder meer te maken met de beperkte capaciteit bij de opsporing, met de te geringe mogelijkheid om gegevens uit te wisselen vanwege een te strikte interpretatie van de AVG en met het feit dat er helaas toch nog te weinig effectief wordt samengewerkt in de ketenaanpak mensenhandel. CoMensha zal zich blijven inzetten voor een verbeterde samenwerking in de keten, een verbeterde signalering én het oplossen van onder andere onderstaande knelpunten.

Dit heeft CoMensha in 2022 bereikt

1. Pilot opvang slachtoffers ernstige benadeling

CoMensha heeft samen met FairWork en vakbond FNV meermaals gepleit voor betere bescherming van slachtoffers van arbeidsuitbuiting en ernstige benadeling. In 2022 initieerde het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) een twee jaar durende pilot waarbij de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) de mogelijkheid krijgt om naast vermoedelijke slachtoffers van arbeidsuitbuiting ook slachtoffers van ernstige benadeling te plaatsen in de Opvang Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA-Opvang). CoMensha coördineert de registratie, plaatsing en financiering en is het eerste aanspreekpunt voor opvanglocaties en bij knelpunten.

In de voorbereidingsfase is een procesbeschrijving opgesteld met de betrokken partijen en elk half jaar wordt de pilot geëvalueerd. Vanaf april 2022 is de opvang daadwerkelijk van start gegaan. In 2022 zijn er 5 zaken geweest van in totaal 6 personen. Dit is beduidend minder dan de verwachte 50 personen per jaar waarop de pilot is gebaseerd. Dit komt volgens de NLA-Opvang omdat niet alle personen die de opvang krijgen aangeboden dit ook accepteren en ook omdat zij veel personen zonder rechtmatig verblijf in Nederland aantreffen die uitgesloten zijn van de pilot. Er wordt gekeken of dit in 2023 kan worden meegenomen in de pilot.

‘Vorig jaar zijn we de samenwerking met CoMensha gestart om slachtoffers van ernstige benadeling op te kunnen vangen. We zien dat de samenwerking steeds meer gestalte krijgt en dat we elkaar steeds beter weten te vinden. Dit is vooral goed voor de arbeidsmigrant die op zo’n moment daadwerkelijk uit een benarde situatie wordt gehaald en in rust zijn of haar verhaal kan doen.’


Jeroen Buckens, Programmamanager Nederlandse Arbeidsinspectie

2. Aandacht voor risico op mensenhandel en uitbuiting onder vluchtelingen

Om slachtofferschap van mensenhandel onder mensen die gevlucht zijn voor de oorlog in Oekraïne te voorkomen, was hier op lokaal en landelijk niveau structureel aandacht voor. Daarom nam CoMensha het initiatief om in samenwerking met het Rode Kruis, Vluchtelingenwerk, Leger des Heils, FairWork en La Strada International een flyer te produceren waarin vluchtelingen gewaarschuwd worden voor het risico op uitbuiting en mensenhandel. Daarnaast droegen we actief bij aan het vergroten van bewustwording onder professionals in de asielketen via bewustwordingsbijeenkomsten en trainingen.

3. Ondersteuning gemeenten bij lokale aanpak mensenhandel

In 2022 dient elke gemeente te beschikken over een lokaal beleid aanpak van mensenhandel. Veel deelnemers hadden behoefte aan een voorbeeld. Daarom ontwikkelde CoMensha het Beleidsformat aanpak mensenhandel voor gemeenten, waarin stapsgewijs de huidige en gewenste situatie van de aanpak van mensenhandel geïnventariseerd en geformuleerd worden: ‘Met dit beleidsmodel hopen we nog zo veel mogelijk gemeenten te helpen bij en stimuleren tot een effectieve aanpak die past bij hun lokale en regionale kenmerken’ – Frederique Janssen, adviseur aanpak mensenhandel CoMensha.

Samen met partners zoals CoMensha wisselen we kennis uit en bevorderen we deskundigheid in het veld. Op deze manier krijgen we meer zicht op hoe, waar en wanneer uitbuiting in onze stad plaatsvindt. Dat is heel belangrijk, want hierdoor kunnen we slachtoffers beter helpen, daders ontmoedigen en de juiste interventies inzetten om mensenhandel tegen te gaan.’


Sharon Dijksma, burgemeester van Utrecht

Knelpunten in het dagelijkse werk van CoMensha

Ondanks de verbeteringen en successen in de aanpak van mensenhandel in Nederland, signaleert CoMensha enkele fundamentele knelpunten die een effectieve aanpak van mensenhandel in de weg staan. Daarom hebben wij ons in 2022 ingezet voor het agenderen en oplossen van onderstaande knelpunten.

Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) belemmert nog steeds zicht
op aard en omvang mensenhandel

Ondanks de Handreiking aanpak mensenhandel en het gebruik van persoonsgegevens merkt CoMensha nog steeds dat er sprake is van verminderd zicht op de aard en omvang van mensenhandel door een gebrek aan informatiedeling en een onjuiste interpretatie van de AVG. Het uitgangspunt van de AVG is de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van hun gegevens én het vrije verkeer van persoonsgegevens binnen de EU. Het verwerken van persoonsgegevens moet ten dienste van de mens staan. Bij de implementatie van de Europese Mensenhandelrichtlijn in Nederland speelt CoMensha een centrale coördinerende rol bij de registratie, opvang en informatievoorziening. Daarmee vervult CoMensha - voortvloeiend uit de richtlijn en de daarbij behorende nationale implementatiewet - primair een wettelijke taak. Subsidiair is het een taak van algemeen belang.


Deze taak rechtvaardigt én legitimeert het verwerken van persoonsgegevens. In de praktijk hanteren veel zorginstellingen en professionals ‘toestemming’ van het slachtoffer als verwerkingsgrond om gegevens te delen met CoMensha. Dit is onjuist en onnodig, zelfs strijdig met de AVG, en wel vanwege het feit dat de AVG - in tegenstelling tot zijn voorganger (de Wet bescherming persoonsgegevens) - veel eisen verbindt aan de toestemming. Om interpretatiegeschillen te voorkomen over de uitleg of het onmogelijk of onredelijk is om toestemming aan het slachtoffer te vragen voor registratie bij CoMensha, kan de werkwijze van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) gevolgd worden, waarbij aan de patiënt géén toestemming wordt gevraagd ten behoeve van de registratie. Deze praktijk om de aard en omvang van kanker in beeld te krijgen zou heel goed kunnen dienen als voorbeeld voor centrale registratie van mensenhandel. De notitie is besproken met het ministerie van JenV. Vooralsnog loopt de discussie hierover nog.

Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) belemmert nog steeds zicht op aard en
omvang mensenhandel

Ondanks de Handreiking aanpak mensenhandel en het gebruik van persoonsgegevens merkt CoMensha nog steeds dat er sprake is van verminderd zicht op de aard en omvang van mensenhandel door een gebrek aan informatiedeling en een onjuiste interpretatie van de AVG. Het uitgangspunt van de AVG is de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van hun gegevens én het vrije verkeer van persoonsgegevens binnen de EU. Het verwerken van persoonsgegevens moet ten dienste van de mens staan. Bij de implementatie van de Europese Mensenhandelrichtlijn in Nederland speelt CoMensha een centrale coördinerende rol bij de registratie, opvang en informatievoorziening. Daarmee vervult CoMensha - voortvloeiend uit de richtlijn en de daarbij behorende nationale implementatiewet - primair een wettelijke taak. Subsidiair is het een taak van algemeen belang.


Deze taak rechtvaardigt én legitimeert het verwerken van persoonsgegevens. In de praktijk hanteren veel zorginstellingen en professionals ‘toestemming’ van het slachtoffer als verwerkingsgrond om gegevens te delen met CoMensha. Dit is onjuist en onnodig, zelfs strijdig met de AVG, en wel vanwege het feit dat de AVG - in tegenstelling tot zijn voorganger (de Wet bescherming persoonsgegevens) - veel eisen verbindt aan de toestemming. Om interpretatiegeschillen te voorkomen over de uitleg of het onmogelijk of onredelijk is om toestemming aan het slachtoffer te vragen voor registratie bij CoMensha, kan de werkwijze van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) gevolgd worden, waarbij aan de patiënt géén toestemming wordt gevraagd ten behoeve van de registratie. Deze praktijk om de aard en omvang van kanker in beeld te krijgen zou heel goed kunnen dienen als voorbeeld voor centrale registratie van mensenhandel. De notitie is besproken met het ministerie van JenV. Vooralsnog loopt de discussie hierover nog.

Ontoereikende hulpverlening en slachtofferschap

CoMensha maakt zich zorgen over passende hulpverlening voor slachtoffers van mensenhandel, met name als er geestelijke gezondheidszorg (GGZ) nodig is. Slechts een klein percentage slachtoffers is überhaupt in beeld en Nederland slaagt er vervolgens onvoldoende in de slachtoffers van mensenhandel die wel in beeld zijn effectief te helpen. Dat wordt ook geconcludeerd door de NR in de Slachtoffermonitor mensenhandel 2016-2020, die in het najaar van 2021 gepubliceerd is. Uit onderzoek van de NR blijkt dat 45% van de slachtoffers van mensenhandel binnen vijf jaar opnieuw slachtoffer van een misdrijf is. Na zeven jaar is dat zelfs 50%. Bij herhaald slachtofferschap gaat het vaak om ernstige delicten. Hierbij kan het opnieuw gaan om uitbuiting, ook kan het gaan om mishandeling, bedreiging en seksueel geweld. Minderjarigen lijken daarbij extra kwetsbaar. Ze komen in verhouding vaak in de gesloten jeugdzorg terecht zonder voldoende hulp voor de verwerking van opgelopen trauma’s. Ook zijn ze door werving en uitbuiting via internet en social media moeilijker op te sporen, te volgen en te benaderen.

Gebrek aan passende door- en uitstroommogelijkheden

Slachtoffers verblijven door een gebrek aan passende door- en uitstroommogelijkheden vaak langer in de opvang dan nodig. Hierdoor raakt de opvang ‘verstopt’ en is er te weinig ruimte voor nieuwe slachtoffers die opvang hard nodig hebben. Nederlandse slachtoffers kunnen lang niet altijd terugkeren naar hun eigen huis vanwege veiligheidsrisico’s of terugvalrisico’s, bijvoorbeeld omdat iemand in die omgeving te veel wordt geconfronteerd met het verleden. Een andere woning is vanwege het tekort aan woningen niet snel gevonden. CoMensha brengt knelpunten met betrekking tot de uitstroom in beeld en vraagt ketenpartners om daar waar mogelijk mee te helpen in het vinden van oplossingen. Zo worden bijvoorbeeld problemen als gevolg van wachttijden voor het ontvangen van benodigde documenten aangekaart en onderzocht hoe processen versneld kunnen worden. Ook is er overleg met gemeenten over onder meer wat zij kunnen betekenen in de oplossing van het woningtekort. Vaak betreffen dit knelpunten die voortvloeien uit wet- en regelgeving, met als gevolg dat verbetering van deze zaken een proces is van lange adem. Vandaar dat dit knelpunt opnieuw in dit Jaarbeeld terugkomt.

Aanpak arbeidsuitbuiting schiet tekort

Een van de problemen die we hoog op de agenda hebben gezet is de uitbuiting van arbeidsmigranten. Tijdens de coronapandemie werd de zwakkere positie van arbeidsmigranten pijnlijk zichtbaar, bijvoorbeeld de vaak slechte woon- en werkomstandigheden. CoMensha heeft een initiërende rol vervuld bij het agenderen van deze problematiek.

Er is in de laatste jaren steeds meer aandacht voor arbeidsuitbuiting, maar een effectieve en afschrikwekkende aanpak in Nederland faalt. CoMensha, FNV, andere ngo’s, de NR en de Algemene Rekenkamer komen al jaren tot dezelfde conclusies: Daders gaan vrijuit en slachtoffers worden niet geholpen. Arbeidsuitbuiting en criminele uitbuiting blijven vaak onbestraft.

Veel situaties van arbeidsuitbuiting worden niet gesignaleerd, waardoor slachtoffers onnodig lang in een uitbuitingssituatie vastzitten. Er komen weinig zaken voor de rechter en als ze al voorkomen leidt het zelden tot een strafrechtelijke vervolging. Een van de redenen hiervoor is de gecompliceerdheid van de wet. In 2022 overhandigden CoMensha en FNV de bevindingen en conclusies van het onderzoek Strafrechtelijke aanpak van arbeidsuitbuiting aan het ministerie van JenV.


> Zie ook onder Rapportages en onderzoek.


Onvoldoende toegang tot opvang en voorzieningen

CoMensha ziet al enige tijd dat de positie van slachtoffers van mensenhandel uit de zogeheten derdelanden onder druk staat. De toegang tot voorzieningen voor deze doelgroep is lang niet altijd vanzelfsprekend; deze mensen krijgen niet de hulpverlening en opvang waar ze op grond van wet- en regelgeving recht op hebben. CoMensha heeft dit knelpunt meermaals onder de aandacht gebracht bij de ministeries van JenV en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Ook vanuit het Strategisch Overleg Mensenhandel (SOM) is hier aandacht voor gevraagd. Om de argumentatie voor verbetering kracht bij te zetten, hebben we ook extra Europese samenwerking gezocht bij het Europees Migratienetwerk (EMN) en de International Labour Organization (ILO).


Voor kennismigranten geldt dat zij geen beroep kunnen doen op de voorzieningen voor slachtoffers van mensenhandel (Verblijfsregeling mensenhandel) zolang hun werkvergunning niet is ingetrokken en zij een rechtmatig verblijf hebben. CoMensha, de NLA-Opvang, het Amsterdams Coördinatiepunt Menshandel (ACM) en FairWork zetten zich in voor een betere positie van deze migranten, gelijkwaardig aan die van EU-onderdanen die slachtoffer van mensenhandel worden. Dit knelpunt is uitvoerig besproken met de ministeries van JenV en VWS, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Vooralsnog is er geen oplossing.


In het recente verleden werd CoMensha bij de zoektocht naar opvang voor slachtoffers met enige regelmaat geconfronteerd met opvanginstellingen die regiobinding hanteren. Dat wil zeggen dat slechts slachtoffers worden opgenomen die de afgelopen jaren in de desbetreffende gemeente hebben gewoond, al hulpverlening hebben gekregen of als er familie of vrienden in die gemeente wonen. Hierdoor konden cliënten niet altijd geplaatst worden, terwijl regiobinding geen contra-indicatie zou mogen zijn. In 2022 kregen we opnieuw opvangverzoeken waarbij we met regiobinding te maken hadden. Samen met Valente zal CoMensha blijvend aandacht vragen voor dit knelpunt en het agenderen op het directeurenoverleg van de opvanginstellingen. Tevens zal dit blijvend onder de aandacht worden gebracht van de ministeries van JenV en VWS.

Rapportages en onderzoek

CoMensha draagt in belangrijke mate bij aan verschillende rapportages en initiatieven die de strijd tegen mensenhandel ondersteunen. Daarnaast nemen we zelf initiatief en geven opdracht om uiteenlopende knelpunten in de aanpak van mensenhandel te onderzoeken. De resultaten bieden relevante partners in het veld aanknopingspunten voor een effectievere aanpak. Een goed voorbeeld is ons onderzoek naar de strafrechtelijke aanpak van arbeidsuitbuiting. Nederland heeft geen strafrechtelijk antwoord op arbeidsuitbuiting. Er komen weinig zaken voor de rechter en als ze dat al doen, leidt het zelden tot vervolging van de dader(s). Uit het onderzoek blijkt onder meer dat de in te zetten wetsartikelen ingewikkeld en velerlei interpreteerbaar zijn, waardoor ze niet volledig of helemaal niet worden benut. Gevolg is dat de rechtspraak – lees de rechters – er ook mee worstelt. En maar al te vaak werkt de jurisprudentie in het nadeel van het slachtoffer, net als een veronderstelde hiërarchie in en inconsistente toepassing van dwangmiddelen. Lees  hier meer over dit onderzoek dat inzicht geeft in de knelpunten van arbeidsuitbuiting.


Ook leveren wij input voor de jaarlijkse monitor van de NR en de landenrapportage van de Raad van Europa, beantwoorden veel vragen van verschillende instanties en dragen bij aan het opstellen van beleidsstukken en het opzetten van werkgroepen. Bijvoorbeeld door mensenhandel zichtbaar te maken en te leren van onderzoek, zoals in Ede en Utrecht.

‘Mensenhandel is geen statisch fenomeen. Het is belangrijk om middels onderzoek en uitwisseling van ervaringen, bevindingen en kennis de aard en omvang van mensenhandel constant in beeld te brengen en de aanpak te versterken. We zitten momenteel in een belangrijke fase wat betreft de aanpak van mensenhandel. De herziening van artikel 273f Sr en de opvolging van het plan Samen tegen Mensenhandel zijn belangrijke bouwstenen voor deze aanpak. Samen met alle betrokken partijen moeten we vervolgens zorgen voor een goede implementatie en opvolging. Fijn ons ook hier volgend jaar weer voor in te zetten, samen met CoMensha.’


Conny Rijken, Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen

quote quote